Wednesday 4 November 2015

Eurostar

Op een uur dat altijd te vroeg is wanneer je daags tevoren had besloten dat slapen niet bij je imago van go-getter paste, bevond ik me in de Eurostar terminal van Brussel-Zuid. 

Aldaar had het merendeel van de passagiers zich reeds opgesteld in de onvermijdelijke nette rijen die de mensen vormen in zo'n situatie, minutenlang voor het signaal tot boarden gegeven werd. Nu weet ik niet hoeveel van die passagiers zich nog kunnen beroepen op een trauma waar er soms dagenlang moest aangeschoven worden voor een weinig voedsel (mijn gok is weinig), maar ik wijt het aan de kuddegeest van de gemiddelde persoon die enkele mensen zag aanschuiven en daaruit besloot dat er aan het begin van de rij wel iets moest zijn dat zulks rechtvaardigde.

Ik zat ondertussen in één van de vele lege zetels van de terminal, want aanschuiven is vre-se-lijk en ik weet al heel lang dat weinig situaties dat waard zijn.

Wanneer ik mij uiteindelijk toch richting wagon 15, zetel 24 begeef, zit er reeds iemand op de mij toegewezen plaats. Want net zoals mensen houden van aanschuiven, hebben ze een haast dwangmatige voorliefde voor een zitplaats aan het venster.

"Vindt u het erg als ik niet aan het raam zit? Ik zit liever hier." vraag ik beleefd. De dame kijkt mij verbouwereerd aan, want wie zégt nu zoiets, iederéén zit toch liever aan het raam? (Heb ik dáár nu zo lang voor aangeschoven?) Maar ze knikt beleefd, want we zijn allemaal volwassenen hier op de trein naar Engeland.

No comments:

Post a Comment