Tuesday 6 July 2010

Student af

Ik voel me bedrogen. Ik dacht ik smijt het in de groep en ik ga er geen doekjes om winden.

Gisteren, of zo voelt het toch, sprak ik nog met een meisje af dat ik niet zo goed kende, maar dat ook Engels ging studeren. Vooraf aten we voor de allereerste maal in de Alma, omdat we daar nu iets te zoeken hadden. Loempia, als ik me niet vergis. Ik heb dat daarna nooit meer genomen en zij ook niet, zo verzekerde ze me later. Niet uit symboliek, maar omdat het werkelijk niet te eten was.

Vandaag draag ik een jurk en begeef ik me geflankeerd door twee familieleden naar één van de stoeltjes die uitkijken op de puntenproclamerende togati. Vandaag zijn we allemaal winnaars, zo meldt een speecher ons. En dat we ons nog ons hele leven zullen herinneren hoe onze afstudeerceremonie was (warm, met violen). En dat we een lieve man of vrouw moeten zoeken, omdat twee meer is dan één en één. En dat we een job moeten zoeken die we echt graag doen, onderwijl zeker onze andere passies niet uit het oog verliezend.

Wijze en mooie woorden, ter afscheid van wat het gloriemoment ons bestaan zou moeten geweest zijn ("onzin" zo verzekerde mijn grootmoeder mij). Ik vind dat ik mag terugkijken op vier mooie jaren, waarin ik alle clichémomenten heb doorlopen, alle mogelijke emoties denkbaar heb ervaren, naar Hongarije ben geweest, Hongarije thuis erg miste en er terug naar toe ben gefietst. Waarin ik pagina's vol heb geschreven voor een links krantje, af en toe wat boeken heb verkocht en en passant nog wat heb gezongen, als dat zo uitkwam (en ik maakte dat het zo uitkwam). Mooi. Heel mooi.

Nu heb ik mogelijk binnen afzienbare tijd werk (hetwelk juist is nog in beraad) en dan ben ik voorbij die glorieuze, constant bejubelde studententijd. Bedrogen dus. Door de onafgebroken vertoning en verheerlijking ervan in films, series, boeken en andere culturele media verkeerde ik -ten onrechte- in de veronderstelling dat zulk een fantastisch moment wel heel erg lang zou duren, omdat het zo vaak aan bod kwam. Het koesteren van het vluchtige is niet aan mij besteed, zoveel is duidelijk.

Daarom stel ik voor dat ik nog vier jaar bij ga studeren, liefst een net iets te moeilijke studierichting die mij een extra jaar zal kosten, en in ruil zal ik een beklijvend relaas van mijn dolkomische, maar soms ook intrieste avonturen schrijven. Zo plan ik de studentikoze lancunes in mijn leven totnogtoe op te vullen, zoals afscheid nemen onder de Boom van 't Groot Verdriet, het hebben van practica, staken om onrecht, ....

Zodat anderen dat kunnen lezen, in blijde verwachting van hun ideale -maar veel te korte- studententijd. Deal?