Saturday 4 December 2010

Waarom ik smeltende sneeuw haat

Hoewel ik enig plezier kan beleven aan de hilarische hoofddeksels waarmee de gemiddelde persoon de sneeuw trotseert, kunnen zelfs pomponnetjes en wollen vlechtjes mij niet langer paaien. Sneeuw eind november, wat een travestie.

En waarvoor ik, voor zover mogelijk, een nog groter afgrijzen koester, is smeltende sneeuw. Van het genre dat men in Angelsaksische landen wel eens 'slush' durft noemen. Grijs en halfgesmolten dient het niet eens het esthetische doel van een rustgevend poedersuikerlandschap, noch kraakt het winterig bij elke stap.

Slush is wat er gebeurt wanneer regen en sneeuw elkaar heel graag zien, terwijl de grootstad een stokje steekt voor hun romantische toekomstdromen. Wat daaruit voorkomt, ziet echter niemand graag.

Ik word ter plaatse onpasselijk wanneer ik de straat wens over te steken een hopen slush voor mij zie liggen, wetende dat die grijze smurrie dra zal transformeren in dodelijk smerig ijswater dat mijn schoenen zal aanvreten en van een wit onuitwisbaar lijntje zal voorzien. En dan ga ik er nog van uit dat ik op dat moment waterdichte schoenen aan heb. The horror.

Maar ik beken: geef mij volgende week een hittegolf en ik sta als eerste op de barricaden om te protesteren tegen dat veel te warme kutweer. 20 graden en een bescheiden briesje: is dat nu teveel gevraagd?

Thursday 28 October 2010

Student bis

Goed, mijn vorige pathetische blogpost over het aflopen van mijn studententijd bleek niet echt bewaarheid. Ik geef toe dat enige zin voor melodrama mij niet vreemd is, maar ik ben een vrouw en die mogen dat. Wat ik nu doe dan? Europese studies. En ik vind dat redelijk geniaal eigenlijk.

Daar ik mij tijdelijk redelijk drastisch aan het onderdompelen in de instellingen van de Europese Unie, niet gehinderd door enige voorkennis aangaande die materie, is het even al non-fictie dat de klok slaat. In betere tijden blogde ik weleens vaagweg over fictieve verhalen, maar nu beperken mijn surreëele uitspattingen zich tot ad hoc-trips naar de zee en interviews met David Crystal. Oh wacht, mijn leven is geweldig. Tweemaal dank u Veto.

Omdat men door loutering pas echt de waarde van gelukzaligheid gaat inzien, en ook omdat geld tot op heden nog altijd zichzelf niet verdient, neem ik sporadisch studentenjobs aan. Tegenwoordig valt dat redelijk mee, omdat ik op betaalde wijze een tijdschrift mag layouten. Een derde maal dank aan Veto voor deze dtp-vaardigheden.

Maar dat is ook al anders geweest, zoals de nog ongeschreven, langverwachte bestseller-in-spe "Ze lieten mij zelfs niet mee wiezen" ongetwijfeld zal illustreren. T-Interim en Tempo-team claimden reeds een stuk van de royalties. Wordt vervolgd...


Tuesday 6 July 2010

Student af

Ik voel me bedrogen. Ik dacht ik smijt het in de groep en ik ga er geen doekjes om winden.

Gisteren, of zo voelt het toch, sprak ik nog met een meisje af dat ik niet zo goed kende, maar dat ook Engels ging studeren. Vooraf aten we voor de allereerste maal in de Alma, omdat we daar nu iets te zoeken hadden. Loempia, als ik me niet vergis. Ik heb dat daarna nooit meer genomen en zij ook niet, zo verzekerde ze me later. Niet uit symboliek, maar omdat het werkelijk niet te eten was.

Vandaag draag ik een jurk en begeef ik me geflankeerd door twee familieleden naar één van de stoeltjes die uitkijken op de puntenproclamerende togati. Vandaag zijn we allemaal winnaars, zo meldt een speecher ons. En dat we ons nog ons hele leven zullen herinneren hoe onze afstudeerceremonie was (warm, met violen). En dat we een lieve man of vrouw moeten zoeken, omdat twee meer is dan één en één. En dat we een job moeten zoeken die we echt graag doen, onderwijl zeker onze andere passies niet uit het oog verliezend.

Wijze en mooie woorden, ter afscheid van wat het gloriemoment ons bestaan zou moeten geweest zijn ("onzin" zo verzekerde mijn grootmoeder mij). Ik vind dat ik mag terugkijken op vier mooie jaren, waarin ik alle clichémomenten heb doorlopen, alle mogelijke emoties denkbaar heb ervaren, naar Hongarije ben geweest, Hongarije thuis erg miste en er terug naar toe ben gefietst. Waarin ik pagina's vol heb geschreven voor een links krantje, af en toe wat boeken heb verkocht en en passant nog wat heb gezongen, als dat zo uitkwam (en ik maakte dat het zo uitkwam). Mooi. Heel mooi.

Nu heb ik mogelijk binnen afzienbare tijd werk (hetwelk juist is nog in beraad) en dan ben ik voorbij die glorieuze, constant bejubelde studententijd. Bedrogen dus. Door de onafgebroken vertoning en verheerlijking ervan in films, series, boeken en andere culturele media verkeerde ik -ten onrechte- in de veronderstelling dat zulk een fantastisch moment wel heel erg lang zou duren, omdat het zo vaak aan bod kwam. Het koesteren van het vluchtige is niet aan mij besteed, zoveel is duidelijk.

Daarom stel ik voor dat ik nog vier jaar bij ga studeren, liefst een net iets te moeilijke studierichting die mij een extra jaar zal kosten, en in ruil zal ik een beklijvend relaas van mijn dolkomische, maar soms ook intrieste avonturen schrijven. Zo plan ik de studentikoze lancunes in mijn leven totnogtoe op te vullen, zoals afscheid nemen onder de Boom van 't Groot Verdriet, het hebben van practica, staken om onrecht, ....

Zodat anderen dat kunnen lezen, in blijde verwachting van hun ideale -maar veel te korte- studententijd. Deal?

Saturday 22 May 2010

Dagboek van een kandidaat-bachelor

Ja, ik update deze blog niet. Ja, hetgene wat ik nu ga posten is een jaar geleden al eens gepubliceerd. Ja, tegenwoordig neem ik alleen tijd voor mijn thesis. Ja, ja, ja.

Kwatongen beweren dat wie na de paasvakantie het schrijven nog niet heeft aangevat, een bachelorpaper of thesis in eerste zit wel kan vergeten. Nonsens! Volg dit handige weekplan het aantal weken dat je nog rest en alles is nog mogelijk. Ook tweede zit, uiteraard.

Els Dehaen

Maandag

Begin elke week opnieuw met de motiverende slogan "goed begonnen is half gewonnen". Na deze motiverende woorden aan jezelf heb je wel een Facebookpauze verdiend. Indien dit je zo vroeg op de week te frivool lijkt, los je dit op door je status met een soortgelijke boodschap up te daten. Je talrijke vriendengroep zal je zonder dralen om je werklust prijzen en enkelen zullen je status ongetwijfeld als "leuk" classificeren. Je maakt je lichtjes ongerust over een zoveelste afspraak met je promotor waar je weinig nieuws te vertellen zal hebben.

Dinsdag.

Bezweet schiet je op een goddeloos vroeg uur wakker: die thesisafspraak! Dat ze nu nog eens zeggen dat je er niet mee inzit. Waarschijnlijk komt de inspiratie niet vanzelf en ga je bijgevolg aan je eigen academische kunnen twijfelen
Deze negatieve gevoelens moet je onmiddelijk de kop indrukken! Een suggestie hiertoe is het invullen van de Facebookquiz "Is unief iets voor mij?". Alternatieven zijn "Welke studierichting had ik moeten kiezen?" en "Welk soort student ben ik?" En nu je toch on-line bent, kun je net zo goed je vijf favoriete steden, parfums, films, TV-series en logo's ingeven. Dan weten je vrienden dat ook weer.
Even later, bij je promotor aangekomen, ben je ontsteld dat hij het deel dat je eergisteren al doorgemaild had, nog niet eens verbeterd heeft. Het is wel duidelijk dat hij of zij totaal niet geïnteresseerd is in jouw onderwerp! Wanneer er naar verder werk gevraagd wordt, word je stil. 's Avonds ga je bij een goede vriendin uithuilen over je onredelijke promotor en die vreselijke meeting. Heeft het eigenlijk nog wel zin?

Woensdag.

De peptalk met je goede vriendin werpt zijn vruchten af: we hebben vandaag om half negen afgesproken in de bibliotheek en zullen daar blijven tot hij sluit. Om tien voor tien kom je het gebouw binnengestommeld. Het is immers niet omdat je een paper moet schrijven, dat je sociaal leven daaronder moet lijden. En zonder slaap kan je je niet concentreren, dat weet iedereen.
Vijf minuten later komt ook je papermaatje binnen en jullie besluiten onmiddellijk een pauze in te lassen. Die is immers vastgelegd om tien uur. Regelmaat is de sleutel tot succes! Tot jullie spijt loopt deze pauze wat uit, maar aangezien je al twee dagen non-stop aan die paper werkt, heb je nood aan wat sociale omgang. Na twee uur doorwerken (naast het occasionele mails checken, want je hebt je laptop immers bij om aan je paper te werken!) gaan jullie samen naar de Alma, trots op jullie verwezenlijkingen. En terecht!
Na een vullende, energierijke maaltijd worden jullie verleid door de eerste zomerzon. En omdat je gewoon een paper aan het schrijven bent en tenslotte niet in de gevangenis zit, geef je er voor die dag de brui aan en trek je met een ijsje richting stadspark

Donderdag.

Je slaat volledig in paniek wanneer je beseft dat je gisteren niet zoveel gedaan hebt. Het is al na de middag wanneer je jezelf eindelijk kan kalmeren. Je beseft dat je wellicht onder de druk van de deadline aan het bezwijken bent en dus vooral moet rusten en slapen tot je er weer bovenop bent. Je meldt dit natuurlijk op Facebook. Je vrienden mogen ook weten dat je maar een mens bent. "Rust maar goed uit", raadt een vriend aan. Je besluit dit advies ter harte te nemen en gaat onmiddellijk na een wat uitgelopen feestje slapen. Je vat de slaap onmiddellijk. Je zal het dus wel nodig gehad hebben!

Vrijdag.

Op vrijdag ga je altijd zwemmen met een aantal goede vrienden. Sociaal contact is immers belangrijk in belastende tijden zoals deze. Ook huldig je het adagium mens sana in corpore sano.
Geheel verkwikt stap je uit het water. Je werkt echter niet graag met nat haar en dit vertraagt je productie van die dag aanzienlijk.

Zaterdag.

Op zaterdag doe je niets, want die dag reserveer je voor je familie. Familiebanden zijn belangrijk. Jouw gezin waardeert het dat je tijdens de week doorwerkt, zodat je je in het weekend geheel aan hen kan wijden. Respect comes back 2U.

Zondag.

"Heilig steeds de dag des Heren". Nog zo'n adagium van je. Voor jou staat de K van K.U.Leuven nog steeds voor "katholiek". Je gaat een lang gesprek aan met een ongelovige. Omdat jullie er maar niet uitkomen, besluiten jullie het debat maandag verder te zetten. Omdat je zelfs op je rustdag je paper niet kan vergeten, maak je een Facebookgroep aan waarin je het nut van een bachelorpaper hevig in twijfel trekt. Het enorme ledenaantal dat je na luttele uren verworven hebt (je checkt dit natuurlijk regelmatig) bewijst dat je het bij het rechte eind hebt.

Thursday 4 February 2010

Een wereld van verschil.

Het is in Boedapest zelfs overdag min erg veel graden. In een flat met goede verwarming is dat eerder gezellig, wandelend door de stad is dat ijskoud. Zo ondervond ook ik, arme ik, toen ik over de Rakoczi Ut kuierde. Ter hoogte van metrostation Astoria vond ik het welletjes geweest en keek ik uit naar een warme theegelegenheid. Een kort moment later viel mijn oog op één van de zwervers die ik op Erasmus zo vakkundig had leren negeren, want je weet maar nooit dat het kwaadaardige zigeuners zijn die het op mijn geld of -God verhoede- mijn eerbaarheid hadden gemunt. Noem mij naïef, maar dit zielige hoopje bejaarde ellende leek mij echter tot geen van beide acties in staat.

Het was mede daarom dat ik de 300 forint (ca. 1,20 euro) die ik aan thee gealloceerd had, heb besteed aan een koffie en een hamburger (de man in kwestie leek me niet op zijn lijn te letten). In de bijna 22 jaar dat ik leef, heb ik nog nooit zo'n golf van dankbaarheid mogen ontvangen. Hij sprak Hongaars en ik niet, maar ik denk dat ik de geest van zijn betoog wel meehad.

Beide consumpties kwamen van McDonalds en de hamburger was uiteraard uit koeien en weetikveel welke andere dieren vervaardigd. Heeft mijn actie nu positief of negatief gewogen op de kosmische eindbalans? Ach ach ach.

Monday 1 February 2010

Standaard mijmeringen over treinreizen

Naar het schijnt kan het niet veel clichématiger dan een doorvoelde overpeinzing die zich afspeelt in of onderweg naar een station. Ik ga me er toch aan bezondigen, en dit reeds voor de tweede maal. De eerste keer om een prima reden, al zeg ik het zelf, maar nu heb ik eigenlijk gewoon zeven uur transport te doden. Meer bepaald gaat het om het traject Heverlee-Ottignies, Ottignies-Charleroi Sud, Charleroi Sud-Charleroi Airport, Charloroi Airport-Ferihegy Budapest Airport en Ferihegy Keleti Pályaudvar. (De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat er aan het stuk tussen Charleroi en Boedapest geen trein te pas komt, maar een roze vliegtuig)

Momenteel bevind ik me ergens tussen Ottignies en Charleroi, in een lieflijk -mij onbekend- oord dat de naam Ligny draagt. Opzoekwerk leert mij dat Napoleon er zijn laatste overwinning ooit behaalde. In Wallonnië hebben ze veel weides. Die zijn allemaal wit nu. En hoewel feëriek, gaat zo'n sneeuwlandschap toch vervelen. Sneeuw lijkt dit jaar dan ook meer comebacks te maken dan Petra, dus misschien ben ik er simpelweg op uitgekeken.

Ondertussen ben ik in Fleurus, een generisch Waals dorp dat klinkt als een ziekte. Weet je wat ook klinkt als een ziekte? Malaria. Music for Life heeft mij dat geleerd. Nu ben ik geen voorstander van evenementen die door de grote Maarten Goethals minachtend geduid worden als onderdeel van het Allemaal Sam project, maar de kortverhalenbundel die hieruit is voortgevloeid, heeft mij reeds mooie momenten doen beleven. Het eerste verhaal is wel duidelijk het beste, van een anticlimax gesproken. Dit terzijde.

Ik zit intussen bij Gate 7 op Charleroi. Om van het station tot hier te geraken, moest ik helaas een TEC-bus delen met wat in mijn verbeelding duizenden buitenlanders leken. Ja, ik haat bussen. Ja, ik haat de grijze troosteloosheid van Wallonië. Maar bovenal haat ik een combinatie van beiden.

Nu, ik begrijp het concept van een bus. Het brengt je niet van A naar B en je zit er niet alleen op. Ik heb dat inmiddels aanvaard. Maar wat ik echter weiger te aanvaarden, is dat er altijd zoveel achterlijke malloten op een bus zitten. Dat is gewoon onmogelijk. Ergo, het is een complot tegen mij. Hoe of door wie is mij voorlopig onbekend, maar eens ik dat weet maak ik hem, haar of het kapot. KAPOT.

Een korte reflectie op deze blogpost totnogtoe leert mij dat het verdacht weinig met treinmijmeringen te maken heeft. Behalve dat treinen toffe tijden inhouden en bussen de hel op aarde zijn. Vliegtuigen zijn ook wel OK, maar je moet daar over het algemeen bussen naar nemen, dus keur ik het af.

Dit was, en dit wil wat zeggen, één van de meest onsamenhangende dingen die ik ooit schreef. Wel een vernieuwend gebruik van tijd en ruimte.