Friday 29 July 2011

Nota's 29/07

In het college van vandaag gaan we dieper in op het gebruik van motieven in het oeuvre van Els M.R. Dehaen. Vragen stelt u zoals steeds aan het eind van het college.

Zullen we dan maar van start gaan?

Het motief van de treinreis is kenmerkend voor het vroege oeuvre van Dehaen. Wanneer u doorbladert naar pagina drieëntwintig in de groene pagina's van uw cursustekst, vindt u daar de tekst "Keleti Pályaudvar". Wat meteen in het oog springt, is de Hongaarse titel. In het glossarium ziet u dat Keleti Pályaudvar zich laat vertalen als Ooststation. Het gaat hier natuurlijk over het Ooststation in Boedapest. U weet intussen uit het artikel van Wisniewski & Nagy dat Dehaen gedurende enkele maanden nabij Keleti verbleef. Dit verblijf zou haar vroeg werk blijvend tekenen, en verklaart de naam "Hongaarse periode" die we vaak in de literatuur aantreffen.

Over het verhaal achter deze tekst zijn de bronnen het oneens. Volgens sommigen bezocht Dehaen haar familie in Győr. Anderen beweren dat zij kampte met recent liefdesverdriet. Nog anderen wijten het aan een buitengewoon grauwe, kille dag. Sceptici stellen zelfs dat zij nooit een trein genomen heeft vanuit dat station. Het staat u vrij daarin uw eigen aanvoelen te volgen, want we weten het niet zeker.

Zouden de mensen achteraan willen stoppen met schaken of hun partij buiten verder kunnen zetten alstublieft?

Goed. De tekst zelf dan. Op het eerste zicht een droog, haast sec relaas van een treinreis. Past u echter de close reading techniek toe, dan merkt u onmiddellijk dat de ik-protagonist niet Dehaen zelf is, maar dat u het gebeuren als het ware door de ogen van een trein bekijkt. Deze personificatie was waarschijnlijk een knipoog naar het 'levende' schilderdoek in "Specht en Zoon" van Willem Jan Otten, een tijdgenoot van Dehaen waar zij sterk naar opkeek.

Let u ook op de parallellie tussen het eerste en het tweede deel, die haast ad absurdum is doorgetrokken. Het gebruik van tijd en ruimte is bewust vaag gehouden, zodat het zwaartepunt op de uitdieping van het personage - de trein - komt te liggen, maar ik wil u toch even op de krachtige dichotomie wijzen die deze tekst oproept.

Licht wordt donker, vertrek wordt aankomst, begin wordt einde en vice versa. Dehaen volgt daarin niet de westerse, lineaire tijdsbeleving, maar schept een circulaire orde die ons desalniettemin vertrouwd aanvoelt.

Hierbij houd ik het voor vandaag, aangezien sommigen onder u een aansluitend college volgen. We zetten de bespreking verder op het inhaalcollege nu donderdag van 14 tot 16h.

Zijn er nog vragen?


1 comment:

  1. Je hebt het over deze hé? Die had ik destijds al gelezen. Nice!

    ReplyDelete